Noot breekt wet

Krakeling

De blik van Jan Decleir is er één van bolle ogen en hangende mondhoeken, van uiterste verbazing, wanneer hij met diepe stem exclameert: ‘Ken ik u van ergens? Hebben wij misschien samen een koe gemolken?’ Zijn tegenspeler, Koen De Sutter, wiens haren zijlings opveren als hoornen, antwoordt venijnig dat hij Mefisto heet en iets tegoed … Lees verder